Iedereen houdt van verhalen. Dat is de reden dat we zoveel mooie boeken lezen, Disney films kijken en aan de buis gekluisterd zitten voor allerlei series. Verhalen houden ons bezig, vertellen ons iets over de wereld en misschien, door onze reactie er op, ook een beetje over ons zelf. Maar de meeste verhalen vind je niet in boeken of op tv, waar we ons afsluiten van de buitenwereld om het verhaal te volgen. Verhalen vind je juist daar waar mensen samenkomen, elkaar opzoeken. Aan de eettafel bij een gezin bijvoorbeeld, als de kinderen een verhaal vertellen over hoe ze een olifant hebben getekend op school en dat de olifant van Sanne er zo grappig uit zag. Of in een cafeetje, waar twee vrienden herinneringen ophalen aan die keer op vakantie, toen Jaap zo ziek geworden was van de inktvis.
Als ik samen met mijn vriendinnen van de middelbare school wat ga eten, vind ik het heerlijk om gezamenlijke herinneringen op te halen. Maar ook om te horen waar ze nu mee bezig zijn. En ik vind het ontzettend leuk om te vertellen waar ik zelf mee bezig ben! Dat is het denk ik vooral: verhalen zijn leuk om te horen en te vertellen. Een kind dat zijn of haar verhaal vertelt, kan blijven doorgaan: ‘en toen… en toen… en toen’. Volwassenen die met elkaar praten zijn eigenlijk niet heel anders: ‘weet je nog, toen… Oh, en toen…!’. Het enthousiasme spat er van af en werkt zelfs aanstekelijk. De magie van een verhaal zit dus in het enthousiasme, het overbrengen van een gevoel samen met de informatie. Hierdoor onthouden anderen de boodschap beter dan wanneer je enkel droge informatie geeft.
Charlotte Mason had dit heel goed door. Zij stimuleerde het lezen van ‘living books’ om bijvoorbeeld geschiedenis te leren. Echte verhalen met emotie in plaats van informatieve boeken. Dit wordt tegenwoordig ook steeds meer gebruikt in de boeken voor school, waar stukken verhaal en informatie elkaar afwisselen. Toch zijn er ook veel (jeugd)romans en autobiografieën die prima gebruikt kunnen worden om vakken over onderwerpen te leren. Zo hebben Simone van der Vlugt en Thea Beckman veel historische verhalen geschreven. Ook voor wat jongere kinderen zijn er voldoende opties. Arend van Dam & Alex de Wolf hebben bijvoorbeeld een hele serie voorleesboeken gemaakt met verhaaltjes over geschiedenis, aardrijkskunde en het Koningshuis. En natuurlijk kun je ook enthousiaste mensen laten vertellen over hun werk of hobby!
Naast het lezen van en luisteren naar verhalen willen we kinderen juist ook leren om enthousiast hun eigen verhaal te vertellen. De hele wereld draait om mensen die vol passie hun verhaal vertellen en daardoor anderen meekrijgen. Een ontzettend belangrijke vaardigheid dus om te leren, maar een waar mijn inziens veel te weinig aandacht aan wordt besteed. Wanneer ik kijk naar presentaties en werkstukken, wordt er vooral veel aandacht besteed aan spelling, grammatica en structuur. Natuurlijk zijn deze dingen belangrijk, maar dit zijn dingen waar regeltjes voor bestaan. Enthousiasme overdragen is veel complexer, en het valt me heel moeilijk om duidelijk te krijgen hoe dit precies kan in een verhaal. Het lijkt niet in regels te vatten. Toch is het tijdens het lezen of luisteren direct duidelijk: deze persoon heeft een passie voor wat hij aan het vertellen is. En het is daarmee ook iets waar we, samen met schrijvers of sprekers, op kunnen reflecteren. Laten we dat dan ook meer gaan doen, want dat is de vaardigheid die wij en zij in de toekomst nodig gaan hebben.
Ik hoop,dat die verhalen vertelt blijven. Je ziet zo vaak mensen bij elkaar ,elk met eigen telefoon.
Klopt, maar ik heb het idee dat de verhalen echt wel verteld blijven! Plus er zijn tegenwoordig ook veel restaurants die bewust geen wifi hebben om normaal menselijk contact te bevorderen. Dat helpt denk ik ook 🙂