Drie maanden lang heb ik heerlijk in een bubbel kunnen leven. Op een verrassingsetentje, fitness-uurtjes en een paar ziekenhuisbezoeken na, was ik eigenlijk altijd bij ons kleine meisje. Knuffelen, verschonen, samen boodschappen doen, samen slapen en voeden. Ja, ook vaak troosten, want ze had best last van haar buik of van wel willen slapen maar het lukt niet, maar dat hoort er voor ons ook gewoon bij (op borstvoeding na delen we de lasten en de lusten ;)).

Die drie maanden leken eeuwig te duren, maar zijn tegelijk voorbij gevlogen. Met dus de conclusie dat ik inmiddels weer aan het werk ben. Ik mag/moet weer. Zo dubbel voelt het. Het is fijn om weer aan de slag te kunnen met iets eigens, een ritme te hebben, met (volwassen!) collega’s te praten etcetera. En tegelijk had ik graag nog langer thuis gebleven, Willemijn live gevoed en gezien hoe ze zich dag na dag ontwikkelt. Ze is maar zo kort zo klein en nog zo afhankelijk! Haar achterlaten bij het kinderdagverblijf de eerste keer viel me veel zwaarder dan ik van tevoren had gedacht. Inmiddels ben ik er wel aan gewend, maar ik ben blij dat Wilco deze taak op zich neemt. Dan kan ik mezelf wijsmaken dat ik ons meisje bij haar pappa achterlaat. Dat valt me veel minder zwaar!

Nu ben ik dus een werkende mamma. Drie dagen reis ik naar werk, een dagje werk ik thuis. Superfijn dat mijn werk deze mogelijkheid biedt, want daardoor mis is de reistijd – en het haasten om Willemijn te voeden, eten, spullen pakken en bus te halen – en kan ik tussendoor even een was er in gooien of een bezem door de woonkamer halen.

Het leven van een werkende mamma bevat een aantal interessante uitdagingen. Allereerst natuurlijk de borstvoeding. Zelf wil ik graag zo lang mogelijk borstvoeding geven en dus ook moedermelk meegeven naar het kdv. Logisch vervolg: kolven op werk. Tot je kindje 9 maanden is, mag je in Nederland tot maximaal 25% van je werktijd gebruiken om te kolven of live te voeden door bijvoorbeeld eerder weg te gaan. Daarin krijg je gewoon doorbetaald. Je werkgever dient een geschikte ruimte hiervoor te bieden. In deze eerste weken heb ik dan ook de volle twee uur op een dag ingepland. Het is namelijk best even wennen. En zoeken naar wat werkt.

Willemijn drinkt overdag zo om de twee uur aan één borst. In verband met overproductie ben ik thuis sinds kort zelfs aan het blokvoeden: niet om en om de borst aanbieden, maar een vast tijdblok van ongeveer vier uur steeds aanleggen aan dezelfde borst. De eerste twee weken heb ik vier keer beide borsten gekolfd – ik wilde vooral voldoende moedermelk voor op het kinderdagverblijf. Dat bleek prima te gaan. Nu ben ik terug naar vier keer slechts 1 kant, zodat ik niet een nog hogere productie krijg met alle problemen die daardoor kunnen ontstaan. Best wel spannend! Hopelijk blijft dit gewoon goed gaan en kan ik vrolijk al wandelend naar de kolfruimte met mijn kolftasje vlijven gaan.

Uitdaging twee: vermoeidheid! ’s Nachts heeft ons meisje een ander patroon dan wij voor de bevalling gewend waren. Nee, ze slaapt nog niet door en nee, ze houdt ons ook niet de hele nacht wakker. Zo tussen 10 en 11 is meestal de laatste avondvoeding en kunnen we dus gaan slapen. Meestal komt ze rond half 3 weer en daarna ’s ochtends vroeg. Ons ideaalplaatje met dit patroon is om slechts een keer per nacht wakker te worden van een pruttelende/huilende baby voor de wekker gaat, wat soms lukt. Andere keren helaas niet. Dan zijn het twee of zelfs drie wakkere momenten. Hoort erbij, hoor ik van iedereen, en dat accepteer ik ook. Sommige baby’s slapen vrij snel door, bij anderen duurt het wat langer. Wij gaan gewoon mee in het ritme van Willemijn en zien wel wanneer de pauzes tussen voedingen lang genoeg worden voor een nacht ononderbroken slaap.

Het is, kortom, fysiek best pittig om weer te starten en emotioneel zorgt het voor gemengde gevoelens. Als ik had gekund, had ik langer bij mijn baby gebleven. Maar eerlijk is eerlijk: waarschijnlijk had ik het daarna net zo zwaar en moeilijk gevonden om aan het werk te gaan. Dus gaan we gewoon door, geniet ik van zowel de gesprekken met collega’s als de momenten met Wilco en Willemijn en pak ik mijn rust waar mogelijk. De tijd dat ze zo klein is gaat snel genoeg voorbij!